Haagse Bluf

Hagenaar Dick was gedurende de oorlog ondergedoken in de Achterhoek op een boerderij in Barchem.

De Achterhoek werd in april bevrijd door Canadese militairen, na maanden voorzichtig zijn kwam er ruimte meer te bewegen. De Canadezen stelde lokale jongemannen aan voor allerlei taken. Dick kreeg een Canadees uniform en werd toegewezen aan een groep die het Twentekanaal moest bewaken.

Wat het precies inhield wisten zij ook niet, vele uren turen en rondlopen. Soms een koe voor een mens (vijand) aanziend.

De rest van het land werd bevrijd en Dick zorgde dat hij weer in Den Haag kwam.

Her en der werden bevrijdingsfeesten gehouden en Dick had door dat hij met zijn Canadese uniform erg in trek was bij de meisjes.

Zijn act gaf hij meer vorm door ‘Canadees’ te praten, zijn herkomstverhaal nam steeds grotere vormen aan.

Op een van de feesten ontmoette hij Willy, die erg gecharmeerd leek van deze ‘Canadees’ met zijn farm in Canada.

 

Dick wilde na de oorlog het leger in en mogelijk naar Indonesië, zijn vader stak hier een stokje voor en zorgde dat Dick zijn school af ging maken.

Hij werd actief in de schoolkrant, die verspreid werd over een aantal scholen in Den Haag. Zo kwam hij in gesprek met Willy en ook haar moeder, die zei dat Dick haar wel erg bekend voorkwam.

Hij vertelde zijn verhaal van kanaalbewaker in de Achterhoek en dat hij zijn uniform vaak aanhad tijdens de bevrijdingsfeesten.

Klaarblijkelijk heeft Willy hem de charade vergeven want niet lang daarna zijn ze getrouwd.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb